De slagader wand bestaat uit 3 lagen. De binnenste laag scheurt, en er komt
bloed tussen de binnenste en middelste laag, De ader vernauwt en zet
uit/zwelt op.
Dit plaatje geeft alleen interne zwelling, ter hoogte van "A".
Omdat de slagader uitzet, worden naastgelegen zenuwbanen samengeperst en opgerekt.
Daardoor vallen van sommige zenuwen functies uit, maar niet alle. Ook kunnen
bloedvaten worden geblokkeerd, die de zenuwen van voedingstoffen voorziet.
Halsslagader is rood, zenuwen zijn geel.
Hoe krijg je het:
Inspanning of draaiing van de nek, denk aan yoga, plafond schilderen,
hoestbuien, overgeven, reanimatie, chiropractie
Ook mogelijk door een infectie, omdat 60% van de gevallen in herfst
gebeurt.
Hoe vaak komt dit voor 2,5 per 100.000.
Leeftijd range 15 tot 77 jaar, typisch rond de 45 jaar.
1% kans op herhaling.
Mogelijk dodelijk.
"Internal Carotid Artery Dissection" hoe merk je het:
Nek/slagader pijn, (stekende) hoofdpijn en gezichtspijn aan een zijde
Eenzijdige (zoals bij een TIA, hersenbloeding) zenuw/functie uitval
Scheve tong, niet kunnen slikken.
Hoe gaat het over/vooruitzichten:
sICAD wordt vaak gezien als een positieve prognose, hij geneest vaak volledig.
Drie kwart van de patiënten maken van een goede functioneel herstel.
Ongeveer 90 procent van vernauwing lost uiteindelijk op, tweederde van
afsluitingen zijn ge-rekanaliseerd, en een derde vermindert de vernauwing.
Deze verbetering vindt plaats grotendeels binnen de eerste twee tot
drie maanden na de ontrafeling en is zelden na zes maanden.
Hoofdpijn (geassocieerd met ontrafeling) lost binnen een week in
ongeveer 90 procent van de patiënten, maar bij de overige patiënten
kan het wel jaren duren (paracetamol helpt niet).
Het risico van een terugkerend dissectie in een slagader is ongeveer
2 procent gedurende de eerste maand, maar daarna neemt het af tot
ongeveer 1 procent per jaar.
Het toegenomen risico blijft voor minstens 10 jaar en eventueel langer.
Behandeling:
- Drie tot zes maanden antistollingmiddel slikken (onderdrukt de
stollingsneiging van het bloed).
3e x Nervus oculomotorius (derde hersenzenuw, N.III)
Deze zenuw bestuurt inwendige en uitwendige oogspieren.
4e x Nervus trochlearis (vierde hersenzenuw, N.IV)
Deze zenuw bestuurt een van de uitwendige oogspieren.
5e * Nervus trigeminus (drielingzenuw, vijfde hersenzenuw, N.V)
De zenuw is gemengd.
- Een sensorische functie
- Een motorische functie (bijten, kauwen en slikken).
6e x Nervus abducens (zesde hersenzenuw N.VI)
Deze zenuw bestuurt een van de vier rechte oogspieren (uitwendig).
9e * Nervus glossopharyngeus (negende hersenzenuw, N IX)
De zenuw is gemengd.
- Het motorische deel: o.a. spieren van de keelwand en het strottenhoofd.
- Het sensorische deel zorgen voor het achterste deel van de tong en de keelholte.
- Het geeft ons 1/3e van onze mogelijkheid om te proeven.
10e * Nervus vagus (tiende hersenzenuw, N.X)
Bij beschadiging van de n. vagus treden afwijkingen op in de keel en het
strottenhoofd.
- Bij eenzijdige verlamming van de m. levator palatini worden het zachte
gehemelte en de huig naar de gezonde zijde getrokken
- De stemband van de beschadigde zijde blijft onbeweeglijk, door
verlamming van de inwendige strottenhoofdspieren.
11e * Nervus accessorius (elfde craniale of hersenzenuw N.XI/bijkomstige
zenuw/bijkomende zenuw).
Bij beschadiging van de nervus accessorius
- staat het hoofd scheef
- de arm kan niet meer boven 90° opgeheven worden.
12e * Nervus hypoglossus (ondertongzenuw, twaalfde hersenzenuw, N.XII)
Bij beschadiging van de nervus hypoglossus ontstaat een halfzijdige
verschrompeling van de tong (= hemiatrofie).
De tong wordt uitgestoken naar de beschadigde kant, omdat de m. genioglossus
aan de intacte zijde de tong naar voren beweegt.